Slimme oplossingen voor het ravijnjaar

Slimme oplossingen voor het ravijnjaar

Natuurlijk Inclusief® werkt dagelijks aan grote opdrachten bij en slimme oplossingen voor gemeenten. Dit doen we op de bekende thema’s, maar net een beetje anders. Vanuit onze 13 jaar ervaring bij, met, voor 25 gemeenten, weten we hoe ingewikkeld integraal werken is, hoe uitdagend de continue bezuinigingen zijn én weten we dat er meer mogelijk is dan veel gemeenten denken, zelfs met de forse bezuinigen vanaf 2026.

Dit komende ‘ravijnjaar’ maakt het voor gemeenten nodig nog scherpere keuzes te maken dan anders en helaas gaat dat vaak over welke voorzieningen en/of projecten kunnen blijven en welke niet. Maar hoe doe je dat op een zuivere manier die financieel wél impact maakt, maar zo min mogelijk negatieve impact op inwoners heeft?

Op deze vraag geeft Natuurlijk Inclusief® antwoord:

  1. Maatschappelijke en financiële impactmeting

Een impactmeting geeft uitsluitsel over de maatschappelijke en financiële waarde van een initiatief. Met de complete methode die wij samen met ReflectieWijs ontwikkelden, maken we inzichtelijk tot welke uitgaven of besparingen de voorziening leidt en welke beleidsterreinen hier de meeste gevolgen van zien.

Voor gemeenten in de regio Twente hebben we bijvoorbeeld de maatschappelijke en financiële impact gemeten van een detentievoorziening voor gedetineerden met onbegrepen gedrag en hiermee inzichtelijk gemaakt wat deze per jaar bespaart aan Wmo en Participatiewet gelden. Hierdoor kon goed worden beoordeeld of de kosten en baten in balans waren en wat de maatschappelijke impact is van deze preventieve voorziening.

  1. Bezuinigen met oog voor de mens

Wanneer het nodig is te bezuinigen zonder dat de dienstverlening aan inwoners in een kwetsbare situatie hieronder lijdt, beoordelen wij verschillende bezuinigingsscenario’s op de (negatieve) impact op inwoners, de mogelijkheden de dienstverlening te vervangen met (goedkopere) alternatieven en de besparing die het oplevert. Dit levert voor de gemeente een overzicht op dat in één oogopslag duidelijk maakt wat de impact van de bezuinigingsscenario’s is.

Hierdoor kan en keuze gemaakt worden die bijdraagt aan de benodigde bezuiniging en nog altijd de doelstellingen ondersteund. Het overzicht helpt ook bij het gesprek met College en Raad. In de gemeente Woerden wisten we op deze wijze bezuinigingen op het armoedebeleid door te voeren zonder dat de inwoners in een kwetsbare situatie hier negatieve gevolgen van zagen.

 

Ook voor jouw gemeente is er meer mogelijk dan je nu misschien ziet. Het vraagt alleen net een beetje anders kijken en dat is makkelijker voor een adviseur die niet onderdeel is van de gemeente waar de uitdaging speelt.

Onze adviseurs nemen jarenlange (gemeentelijke) ervaring mee, denken vanuit integraliteit en bedenken dagelijks slimme oplossingen voor complexe problemen. Ze denken graag met jou mee. Dat kan via een adviesgesprek. Weet je al dat je wilt gaan voor één van bovenstaande oplossingen, plan dan een strategiegesprek in met Crystal Ziel via crystal@natuurlijkinclusief.nl.

Optimaliseer de nazorg van ex-gedetineerden in 2026

Optimaliseer de nazorg van ex-gedetineerden in 2026

Op 15 januari starten we, in samenwerking met Partners in Perspectief, met de opleiding  nazorg ex-gedetineerden. Het bijzondere aan deze opleiding is de toevoeging van het onderdeel ‘stress-sensitief werken’ en de geïntegreerde adviesdienst. Hoe gaat dit in zijn werk?

Gedurende 6 maanden hebben deelnemers elke twee weken een online les over alle onderdelen van nazorg detentie – de wettelijke taak, de doelgroepen waar overlap mee is, de interne samenwerking, de samenwerking met partners, de registratie in de systemen en hoe de rol in te richten. Elke les is terug te kijken in de online leeromgeving.

De toevoeging van ‘het inrichten van de rol’ kwam tot stand omdat we bij veel gemeenten zien dat de taak van nazorg ex-gedetineerden niet (goed) gepositioneerd is waardoor er geen taakomschrijving is, geen profiel en geen doelgroepomschrijving. Bij de meeste gemeenten werken de coördinatoren nazorg detentie namelijk ook met andere inwoners in een kwetsbare situatie.

Deelnemers leren tijdens de opleiding dus alles wat je nodig hebt voor de rol én voor het verstevigen van de rol. Daarnaast leren deelnemers over chronische stress, stress-sensitief werken en hoe om te gaan met de eigen stress.

Naast de lessen bieden we een geïntegreerde adviesdienst. Dit betekent dat elke deelnemer 6 sessies aangeboden krijgt die gaan over de uitdagingen binnen hun eigen rol of eigen gemeente. Wat we binnen de looptijd van de opleiding (6 maanden) kunnen oplossen, lossen we op. De deelnemende gemeente krijgt een advies op maat, zonder dat ze daar een aparte consultant of adviseur voor hoeven in te huren.

Dit betekent dat gemeenten de kosten van de opleiding zowel uit een scholingsbudget of uit een inhoudelijk budget (zorg en veiligheid) kunnen bekostigen. De kosten voor de gehele opleiding zijn €3.333,-. Betaling kan in 1 keer of in 3 termijnen.

Inhoud van de opleiding:

  • 12 online lessen
  • Toegang tot een online omgeving met veel materiaal en extra informatie
  • Het boek Perspectief! over stress-sensitief werken binnen gemeenten
  • 6 sessies over een eigen/ gemeentelijke uitdaging
  • Oplossing en/of advies op maat + uitgewerkt rapport
  • 6 maanden lang individuele begeleiding via Whatsapp- of telefonische coaching

Deze opleiding is het resultaat van vele jaren ervaring binnen zorg en veiligheid en specifiek de nazorg van ex-gedetineerden. We hebben bij verschillende gemeenten de herinrichting en optimalisatie van deze wettelijke taak verzorgd. De meest voorkomende uitdagingen hebben we meegenomen in deze opleiding.

Binnen de meeste gemeenten zijn meer dan 1 persoon actief met het thema nazorg detentie. Daarom kennen we een korting toe bij meerdere deelnemers vanuit 1 gemeente: 15% korting op de totaalprijs bij twee deelnemers en bij drie of meer deelnemers vanuit dezelfde gemeente is die korting zelfs 20%. Uiteraard krijgt elke deelnemer dan nog steeds individuele begeleiding die bij de opleiding hoort.

We durven wel te stellen dat er geen opleiding nazorg ex-gedetineerden is zoals deze. Geen andere opleiding nazorg detentie biedt inzicht in stress-sensitief werken en de geïntegreerde adviesopdracht is uniek binnen dit thema.

Mocht je toch willen overleggen om te zien of deze opleiding iets voor jou is, dan plannen we met plezier een kennismaking in. Dat kan door een mail te sturen naar opleidingen@natuurlijkinclusief.nl of te bellen naar 06-18233493.

Nieuwe column Hanneke Poelmans: Gewoonte

Hanneke Poelmans

Fotografie: Bianca Toeps

Gewoonte

Mijn vader was kok. Al had hij zijn koksmuts al voor mijn geboorte aan de wilgen gehangen en werkte hij de rest van zijn werkzame leven verder op kantoor. Maar bij familiegelegenheden kookte hij steevast de sterren van de hemel. Het kerstdiner was en is altijd een waar feest met meerdere gangen en verrassende gerechten. Nog steeds kookt hij elke avond voor mijn moeder en zichzelf een verse maaltijd.

Helaas heb ik zijn culinaire genen niet geërfd. Zelf kan ik nog net een ei bakken. Toen ik voor het eerst op kamers ging wonen belde ik mijn vader bijna elke avond: hoelang moet de pasta koken, wat gaat er in een boerenomelet? Zelfs na 20 jaar op mezelf is koken nooit een gewoonte geworden. Sterker nog: het is een dagelijkse worsteling.

Veel mensen met autisme hebben moeite met executieve functies – de regelfuncties van je hersenen die helpen om doelgericht te handelen, plannen en je gedrag te sturen. Koken is daar een perfect voorbeeld van. Na een dag vol prikkels (en die zijn er altijd) heb ik vaak geen energie meer om te koken. Er komen zoveel handelingen bij kijken dat ik al moe word voordat ik eraan begonnen ben. Ik moet nadenken over wat ik wil eten (zo gevarieerd mogelijk), plannen, boodschappen doen, koken (meerdere handelingen tegelijk) en – in de woorden van mijn vader – ‘het moeilijkste van koken’: opruimen.

Natuurlijk kun je al dat allemaal plannen en voorbereiden. Dat doe ik ook. Maar het blijft me veel energie kosten, en het gaat nooit automatisch. Uit onderzoek blijkt dat het gemiddeld 66 dagen duurt om een nieuwe gewoonte aan te leren. Voor complexere dingen, zoals gezonder eten, zelfs 254 dagen. Voor mensen met autisme kan dat nog langer duren. En hoewel gewoontes daarna juist standvastiger zijn, is het me nog nooit echt gelukt.

Ik heb alles geprobeerd: kookboeken, maaltijdboxen, kant-en-klaar, diepvriesmaaltijden. Niks beklijfde. Als student at ik vaak dagenlang hetzelfde: tortellini’s met kant-en-klare saus. Dat zou ik nu nog steeds kunnen. Het voordeel van autisme is dat herhaling me niet stoort. Mijn zoon heeft dat ook: als hij bij mij is, maak ik altijd dezelfde gerechten. Eén recept – grappig genoeg ook tortellini’s, maar dan met zelfgemaakte saus – maak ik al sinds zijn peutertijd.

Afgelopen zomer probeerde ik iets nieuws. Met behulp van AI wilde ik gezonder eten en afvallen. Via een app maakte ik foto’s van mijn maaltijden en kreeg direct te zien hoe gezond ze waren: hoeveel eiwitten, vetten en koolhydraten erin zaten. Dat gaf inzicht en leerde me veel over voeding. Uiteindelijk stapte ik over op ChatGPT, dat op mijn verzoek persoonlijke weekmenu’s en trainingsschema’s maakte. Ideaal: ik hoefde niets te kiezen, alles was afgestemd op mijn situatie en ik wist zeker dat ik genoeg voedingsstoffen binnenkreeg.

Het werkte even. Ik at gezonder, probeerde dingen die ik nog nooit had gegeten (quinoa, lijnzaad en linzen) en bewoog elke dag. Ik viel af en voelde me fit. Totdat (werk)stress en vermoeidheid weer toesloegen. Toen viel ik terug op mijn oude gewoonte: snelle, suikerrijke en vette happen. Biologisch gezien is dat logisch: bij stress en vermoeidheid maakt je lichaam meer cortisol en ghreline aan en minder leptine, waardoor je brein snakt naar snelle energie en je eerder grijpt naar vet en suiker.

Toch heeft het iets veranderd. Ik heb nu kennisgemaakt met gezonde opties en kook die wanneer ik energie heb. Het lukt lang niet elke dag (soms wekenlang niet), maar elke keer dat het wél lukt is winst. Wie weet sluipt er zo, héél langzaam, toch een nieuwe gewoonte in.

Nieuwe column Arash Kargar: Van integratie naar inclusie

Arash Kargar

Van integratie naar inclusie

Of Rob Jetten straks als winnaar uit de bus komt, wist ik tijdens het schrijven van deze column nog niet. Maar één zin uit het verkiezingsdebat blijft hangen: “Inclusie is geen luxe, maar een basiswaarde.” Die woorden raken iets essentieels. Terwijl sommige partijen roepen dat “verspillend diversiteitsbeleid moet stoppen”, klinkt bij anderen juist het besef dat vrijheid en verbondenheid samen horen. Bij de debatten ging het soms hard, vooral als het over asielzoekers ging: “We moeten grenzen sluiten, want asielzoekers ondermijnen onze cultuur.” Zulke uitspraken schetsen een beeld waarin de ander vooral als bedreiging wordt gezien.

In discussies over asielzoekers verschuift het gesprek snel naar integratie. Het wordt vaak gebracht als iets dat de ander moet doen. De toon is duidelijk: “Ze moeten zich aanpassen. Ze moeten normaal doen.” Maar wat is normaal? En is dat waar het echt om moet draaien? In werkelijkheid gaat integratie, zoals wij het framen, vooral over onze behoefte om grip te houden op een wereld die verandert — een wereld die we niet kennen en daarom spannend vinden.

Wat als we het anders doen? Minder integratie, meer inclusie. Niet zeggen: “Doe zoals wij.” Maar: “Kom zoals je bent.” Daarmee bedoel ik niet dat alles mag. Gedragingen die tegen de wet ingaan, moeten hard worden aangepakt. Maar deze blik op nieuwkomers biedt kansen. Inclusie creëert ruimte voor verschil, zonder dat iemand zijn identiteit of waarden hoeft te verloochenen. Het geeft kracht en de mogelijkheid om, binnen onze wettelijke normen, jezelf te zijn.

Dit is niet alleen wenselijk voor nieuwkomers, maar ook voor Nederland. De arbeidsmarkt staat onder enorme druk. In de zorg dreigt een tekort van honderdduizenden professionals. In techniek en onderwijs is het niet anders. Tegelijkertijd hebben we in Nederland meer dan een miljoen mensen die niet of nauwelijks meedoen — waaronder statushouders en mensen met een migratieachtergrond. Onderzoek laat zien dat inclusieve organisaties niet alleen meer talent aantrekken, maar ook beter presteren. In een tijd van vergrijzing en personeelstekorten is inclusie dus geen luxe, maar een strategie voor veerkracht en economische vooruitgang. Het is tijd om het gesprek te kantelen: van angst naar kansen, van uitsluiting naar samenwerking.

De verandering begint niet bij de nieuwkomer, maar bij ons. Bij politici die durven anders te kijken. Die asielzoekers eerder als potentie dan als bedreiging zien. We hebben deze mensen nodig. Maar zonder open blik verandert er niets. Want iemand kan nog zo goed Nederlands spreken — als wij niet écht toelaten, blijft die muur staan.

Durven we eindelijk te zeggen: jij mag zijn wie jij bent, en ik blijf wie ik ben — en dat botst niet, dat verrijkt.

column Hanneke Poelmans: Woorden met zorg

Nieuwe column Arash Kargar: Het monster in ons hoofd

Spring en het net zal verschijnen

“Spring en het net zal verschijnen”, schreef de Amerikaanse natuuronderzoeker en essayist John Burroughs. Het lijkt in eerste instantie een oproep tot vertrouwen. Vergelijkbaar met Indiana Jones die op rotsen boven een afgrond moest stappen zonder dat hij ze van tevoren kon zien. Vertrouw erop dat je grond onder je voeten hebt en houdt. Je kunt de quote ook lezen als een aansporing te ‘doen’. Vaak hebben we de neiging te blijven praten, zeker waar het complexe maatschappelijke thema’s betreft. Praten, ontwerpen, uitrekenen, bedenken. Op deze wijze weven we aan een veiligheidsnet dat nooit voltooid zal worden. Alles om maar niet die stap te zetten, want het is zo’n grote stap.

Inclusieve arbeidsmarkt

Een van die complexe maatschappelijke thema’s is de inclusieve arbeidsmarkt. Ergens lijkt het zo logisch: een arbeidsmarkt waarin iedereen meedoet. Waar je wordt beoordeeld op je talenten, jouw toegevoegde waarde, jouw aanvulling op een team. Ergens lijkt het zo vreemd om te worden uitgesloten vanwege leeftijd, een psychische of lichamelijke beperking of omdat je wat langere tijd buiten het arbeidsproces staat. Toch gebeurt het en het gebeurt veel. Al deze mensen en meer worden bestempeld als hebbende ‘een afstand tot de arbeidsmarkt’ omdat zij niet worden beoordeeld op talenten en toegevoegde waarde, maar om wat ze niet kunnen of niet zijn.

Verschil maken

Het lijkt zo vreemd dat mensen van het arbeidsproces worden uitgesloten, maar hebben we dat niet zelf toegestaan? De maatschappij, dat zijn wij. Het zijn geen buitenstaanders die aan onze systemen hebben gezeten. Nu is het niet mijn bedoeling met een opgeheven vinger te zwaaien. Het gaat hier niet om schuld, maar om verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid kan je pas nemen wanneer je beseft dat je de invloed hebt dit te doen. Misschien blijven we wel praten, ontwerpen, uitrekenen, bedenken omdat we niet weten dat we een werkelijk verschil kunnen maken. Want dat kan.

Een kwestie van doen

Net als met zoveel zaken, is de inclusieve samenleving een kwestie van doen. En dit doen kan iedereen en iedereen kan dit elke dag. Als werkgever kan je ervoor kiezen iemand in dienst te nemen met een zogeheten afstand tot de arbeidsmarkt. Als ondernemer kan je ervoor kiezen een deel van jouw inkoop te laten vervaardigen door mensen die geen reguliere baan hebben. Als inkoper van een overheidsinstelling kan je ervoor kiezen jouw SROI-paragraaf meer te laten zijn dan letters: een handvat voor leveranciers. Als buurvrouw kan je ervoor kiezen over jouw buurjongen met een beperking te spreken in termen van zijn kwaliteiten en wat hij de wereld brengt.

Gezamenlijk verhaal

We hebben allemaal toegevoegde waarde in deze samenleving, allemaal. We hebben ook allemaal de invloed die toegevoegde waarde er te laten zijn. Hiervoor hoeven we niet de politiek in, of beleid te schrijven, of een bedrijf te hebben of een kind met een beperking zodat we het snappen. Iedereen, ook jij en ik, kan bijdragen aan de inclusieve arbeidsmarkt. Sterker nog, iedereen moet eraan bijdragen, anders werkt het niet. We zijn pas inclusief als we het allemaal zijn. Dit is ons gezamenlijk verhaal.

De achterflap van de samenleving

Een schrijver schrijft vaak eerst de achterflap van zijn boek voordat het geheel wordt uitgeschreven. Deze bevat de kern van het verhaal en wordt gebruikt om het boek onder de aandacht te brengen. Laten we ervoor waken dat ‘inclusie’ de achterflap van de samenleving wordt. Het is natuurlijk prachtig dat we de kern van het verhaal weten te vertellen. Het is absoluut spannend vandaaruit de eerste stap te zetten. Maar net als een schrijver uiteindelijk toch aan zijn boek moet gaan schrijven, is ook onze inclusieve arbeidsmarkt een kwestie van doen. Laten we samen die sprong wagen. En dat net? Dat is er al.

Afstand tot de arbeidsmarkt

In de spotlight: Opleiding Stress-Sensitief Werker

Column Andrew van Tienoven: 50-plus, pittig én present

Column Hanneke Poelmans: Handdoekje leggen

Handdoekje leggen

Sinds een aantal maanden werk ik weer een paar dagen per week op een kantoor (vraag me niet waarom). Een typische kantoortuin zoals ons land er duizenden kent: in hoogte verstelbare bureaus, ergonomische stoelen, gehorige glazen hokjes (de startbaan van Schiphol is er niks bij), sensoren die lampen uitzetten bij te weinig beweging (met routineus wapperende armen tot gevolg), dubbele beeldschermen en hippe hubs waar elk noembaar device probleemloos op kan worden aangesloten. Voor de doorgewinterde kantoortijgers een paradijs, voor mij als autist een stortvloed aan prikkels.

Dit keer wil ik het hebben over een nieuw fenomeen: het handdoekje leggen. Moderne kantoren hebben te weinig werkplekken en het flexconcept is nog steeds populair. Ergo: een dagelijkse strijd om het bureau. Waar op mijn eerdere werkplekken het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’ gold, bepaalt hier een Excel-sheet ons dagelijks lot. Iedereen noteert per dagdeel zijn naam bij de gewenste werkplek.

De eerste maanden had ik het document niet nodig. Ik zat samen met een collega (beiden op ons laptopje) in een hokje; gehorig maar functioneel. Tot de vakantie kwam. Bij terugkomst zat mijn collega op een ‘echte’ werkplek met dubbel scherm, een grote-mensen-toetsenbord en een geavanceerde bureaustoel. Twee weken ging dat goed. Daarna sloeg de bureauschaarste weer toe. Op een dag nam ik aarzelend plaats achter een bureau waar nog niemand zat. Toch checkte ik het Excelbestand: bureau 6, ochtend: Maaike. Hmm. Nog voordat ik moed had kunnen verzamelen om rond te vragen of mensen wisten of Maaike vandaag nog zou komen (doodeng, zulke ogenschijnlijk eenvoudige gesprekjes!) kwam iemand op hoge poten naar me toe. Waarom had ik haar naam in het document opeens gezet bij een andere werkplek dan waar ze normaal zat? Ik schrok. Wat had ik fout gedaan? Mijn directe collega Peter schoot me gelukkig snel te hulp. Hij had de naam er per ongeluk ingezet, zo bleek. Foutje. Nu ik toch opeens een sociale interactie had met 2 personen, zag ik mijn kans schoon. Ik haalde diep adem en vroeg, zo luchtig mogelijk: weten jullie toevallig of Maaike vandaag nog komt? ‘Waarschijnlijk niet, dan zou ze er nu al zijn geweest. En als ze toch komt, vraag je toch of zij in het hokje wil gaan zitten? Dan zeg jij gewoon dat je met Peter moet samenwerken vandaag. Blijf gewoon zitten, joh.’

Overweldigd door zoveel prikkels bleef ik zitten. Hier botsten 2 principes in mijn hoofd: regels volgen of pleasen (en iemands instructies opvolgen). Uit haar mond klonk het zo makkelijk. Helaas. Nog geen 5 minuten later stond Maaike naast mijn bureau. Geschrokken stamelde ik iets en vroeg ik of zij in het hok wilde zitten. ‘Oh nee! Geen sprake van! Vreselijke plek.’ Oh. Ok. Sorry! Ik ga wel naar het hok. Schakelmoment nummer zoveel, en de dag was nog maar net begonnen.

Toen ik me net goed en wel geïnstalleerd had in de vissenkom klopte Maaike opeens op de glazen deur. ‘Bureau 5 is vrijgekomen! Joost heeft zich afgemeld’. ‘Oh, wow, wat aardig van je, dankjewel!’, reageerde ik. Verhuizing nummer 2 van de dag. Dankbaar nam ik tegenover haar plaats. En alsof het niet beter kon zat ik ook nog naast Peter. Kwam het allemaal toch nog goed.

Tot nog eens 10 minuten later Ina binnenkwam. Ze stopte bij mijn bureau. ‘Ik heb nummer 5 gereserveerd!’, zei ze. ‘Oh, maar Joost komt vandaag niet, dus daarom ben ik er gaan zitten’, stamelde ik. Ina zuchtte. ‘Tja, toen Joost zich afmeldde heb ik mijn naam netjes in het Exceldocument gezet!’ Dat was voor mij de druppel. Zonder iets te zeggen pakte ik mijn spullen bij elkaar en liep ik de afdeling uit. Ik vond het verschrikkelijk. Twee keer was ik in de ogen van anderen een aso geweest die zich niet aan de regels hield. Die illegaal en gemakzuchtig een plekje had geclaimd. Het druist zó in tegen wie ik ben, want ik wil me juist aan de regels houden.

Alle emoties werden me teveel. Verstijfd stond ik in de pantry, waar ik een collega tegenkwam met wie ik 2 uur later een overleg zou hebben. Ik kon niet weggaan, want dan kwam ik mijn afspraak met hem niet na. Maar ik kon ook niet blijven. Want ik had geen werkplek. En ik schaamde me teveel om terug te gaan naar het glazen hok.

Mijn directe collega had de commotie blijkbaar meegekregen en was me gevolgd naar de pantry. ‘Wat nu?’ zei hij, op empathische toon. Ik had me tot dan toe in weten te houden, zoals ik elke werkdag heel veel energie stop in het camoufleren, het doen alsof ik niet autistisch ben, alsof het verkeerslawaai door het open raam me niet stoort, alsof al het gepraat om me heen me niet tot wanhoop drijft, alsof alle onduidelijke vragen, impliciete verwachtingen en onbetrouwbare afspraken me niet compleet gek maken, maar nu kon ik het niet langer houden. Júist door zijn vriendelijkheid, zijn begripvolle blik. Ik hield het niet langer en barstte in tranen uit.

Snel liep ik naar buiten, want ik wilde niet voor de hele afdeling voor schut staan. ‘Ik ben er helemaal klaar mee!’ snikte ik. ‘Ik ga naar huis. En dan kom ik over 2 uur wel terug voor het overleg met Wim.’ ‘Oh, maar dan doe je dat toch lekker via Teams? Rustig aan hè?’. Oh, wow, dat kan natuurlijk ook. Via Teams. Dan hoef ik het overleg niet af te zeggen. En kan ik in mijn eigen huis tot rust komen. Zonder luxe bureaustoel of dubbele beeldschermen. Maar ook zonder prikkels. En handdoekjes.

Hanneke Poelmans

Column Arash Kargar: Alleen overleven is niet genoeg!

Oorlog of discriminatie? Wat laat diepere littekens achter? Het is een vraag die mij soms wordt gesteld. Deze vraag is lastig te beantwoorden. Kiezen tussen twee kwaden is onmogelijk. Toch weet ik één ding zeker: in beide gevallen gaat het om veiligheid. En als ik aan dit woord denk, kom ik steeds terug bij dat ene beeld, een moment in de prachtige, maar verwoeste stad Kabul.

Ik sta als zesjarig kind voor ons appartement, kijkend naar de blauwe hemel. Zoekend naar witte duiven, het symbool van vrede. Als kind droomde ik ervan ooit in vrede en veiligheid te leven. Voor mij was dat een leven zonder angst. Angst voor verwoesting, voor de lawaaierige raketten die de hemel van Kabul verscheurden. Angst of ik morgen nog zou leven. En als ik de dag overleefde, vroeg ik me stilletjes af: zie ik morgen mijn ouders, zussen en broer nog? Kan ik morgen even met mijn vrienden voetballen zonder telkens te moeten schuilen voor de bombardementen? De volgende dag was altijd een verrassing: zie ik die witte duiven, hoop en vrede, of toch die vliegtuigen die voor verwoesting en ellende zorgen?

Jaren later, op mijn zestiende, vluchtte ik naar Nederland. Eindelijk kwam mijn droom uit. Ik belandde in een land waar vrede en veiligheid gegarandeerd waren. Hier voelde ik voor het eerst hoe het is om niet voortdurend op mijn hoede te zijn. Om niet meer angstig te zijn. Het was een fijn gevoel, maar helaas kortdurend. Al snel moest ik een nieuw gevecht aangaan: discriminatie. De eerste confrontatie kwam op 11 september 2001. Ik herinner me die dag nog alsof het gisteren was.

Ik sta op het veld, klaar voor de voetbaltraining. In de verte zie ik Ronald, een teamgenoot, schreeuwend, scheldend en dreigend op mij afkomen. Voordat ik iets kan doen, staat hij op een paar centimeter van mij af. Hij kijkt indringend en schreeuwt: “Klootzakken, kijk wat jullie gedaan hebben,” verwijzend naar de verschrikkelijke aanslagen op de Twin Towers. Ik schrik en verstijf. Het enige wat ik denk is: Nee! Niet weer. Niet hier. Niet nu. Niet weer die angst, die onveiligheid. De dreiging was terug. Vaak genoeg, in een andere vorm. Heel persoonlijk en voelbaar. Hier was ik niet klaar voor.

Ik realiseerde me snel dat het overleven van een oorlog niet genoeg is om je echt veilig te voelen. Nu stonden mijn afkomst, huidskleur en overtuigingen onder druk. Het voelde onrechtvaardig. Dit gevecht was anders: soms subtiel, onzichtbaar en soms hard, maar altijd pijnlijk. In Afghanistan kwamen de dreigingen met oorverdovend geweld uit de lucht, in de vorm van raketten. In Nederland waren het stilzwijgende blikken, fluisterende woorden, openlijke beschuldigingen. Gek genoeg voelde de angst vertrouwd, alleen de ‘vijand’ was nu anders.

De worsteling met discriminatie was heftig, precies zoals met de oorlog. Alleen raakte dit nu niet mijn lichaam, maar mijn identiteit. Die mocht er niet zijn. Het was voor velen onbekend en anders. Na veel vallen en opstaan leerde ik steeds beter omgaan met verschillende vormen van discriminatie: hoe deze te herkennen en vooral hoe weerbaar te worden. Want het probleem lag niet bij mij. Niet bij mijn denkbeelden of uiterlijk. Het probleem was en is veel breder. Het wordt op allerlei manieren gevoed. En uiteindelijk ligt het bij degene die discrimineert, bewust of onbewust en handelt uit angst en onwetendheid.

Discriminatie en onveiligheid raken mij nog steeds. Maar gelukkig- en helaas- weet ik nu hoe ik moet reageren. Tegenwoordig kies ik er bewust voor om mij, in welke situatie dan ook, veilig te voelen. Dat kost energie, en vergt moed en lef. Want het is niet eenvoudig om nieuwsgierig te blijven terwijl iemand je kleineert of buitensluit. Toch is juist dát de manier om een dialoog aan te gaan en te begrijpen wat er achter het gedrag schuilt. Soms vraag ik mij af: hoe anders was het geweest als ik, toen Ronald mij discrimineerde, niet verstijfde maar de moed had om te vragen:  Hoe komt het dat je zo reageert? Wat wil je hiermee bereiken? 

Soms kijk ik nog steeds omhoog, zoekend naar witte duiven. In een wereld vol oorlogen blijft mijn droom hetzelfde: vrede en veiligheid. Niet zozeer voor mezelf, maar voor alle kinderen die met angst moeten leven. Net als vrede, die we enorm koesteren is (psychologische) veiligheid niet vanzelfsprekend. Daar moeten we altijd voor blijven vechten!

Arash Kargar

Hoe inclusief was jouw vakantie?

Niet meer alleen – Blog Crystal Ziel

Elk begin is waardevol

Zomer aan zee: Toegankelijke stranden in Nederland

Toegankelijke festivals in zomer 2025

Zomerpuzzel – Maak kans op een prijs!

Dat moet gevierd worden!

Pilot Banenafspraak in detentie

Zomer, zelfontwikkeling en leiderschap

Niet het moment – waarom het soms nóg niet werkt

Nieuwe column Hanneke Poelmans: Dubbele emp-AI

Nog maar 1 week! Tijdelijk aanbod: werkboek Inclusief Leiderschap

Belangrijke dagen voor het derde kwartaal 2025