Sociale recherche
Wanneer de uitkeringsconsulent het vermoeden heeft van uitkeringsfraude, kan deze de sociale recherche inschakelen voor een onderzoek. Dit vermoeden moet wel ergens op gebaseerd zijn. Een consulent heeft dan een melding gekregen of zelf tijdens een huisbezoek of administratieve controle ongeregeldheden waargenomen. Van uitkeringsfraude is sprake wanneer de uitkeringsgerechtigde zwart bijverdient, inkomsten uit werk niet aan de gemeente doorgeeft, samenwoont en dit niet meldt of vermogen verzwijgt. De Sociale Recherche wordt ook ingezet bij zorgfraude. Hier kan het bijvoorbeeld gaan om fraude met persoonsgebonden budget (PGB).
Wat mag de sociale recherche?
Sociale rechercheurs zijn vaak binnen gemeenten gehuisvest. Hierdoor is het lijntje met de inkomensconsulenten kort. De Sociale Recherche mag verder onderzoek doen dan een consulent dat mag. Zo kan de Sociale Rechercheur wettelijke opsporingsmethoden inzetten zoals het horen van getuigen en het instellen van een buurtonderzoek. Zij hoeft de persoon die wordt onderzocht hiervan niet op de hoogte te stellen.
In bepaalde gevallen kan de Sociale Recherche een proces-verbaal opmaken voor een strafrechtelijk onderzoek. De officier van justitie bepaalt of de fraudepleger wordt vervolgd. De gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek zijn zwaarder dan bij een regulier onderzoek. De fraudepleger moet de onterecht verkregen uitkering terugbetalen en loopt daarnaast kans op een hoge boete of gevangenisstraf.
Bronnen:
Stichting Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs. (2020). Sociale Recherche [Home]. Geraadpleegd op https://socialerecherche.nl/