Het Talentenspel

Het Het Talentenspel; een bijzondere ‘tool’ binnen het Sociaal Domein.

In verschillende gemeenten en binnen het UWV wordt deze bijzondere methodiek ingezet om mensen die zijn uitgevallen en/of met afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden.
Middels dit korte en zeer intensieve coachingstraject onder de naam ‘TALENT-EN-KRACHT’ wordt de deelnemer aangesproken en uitgenodigd om de regie over zijn/haar eigen leven te (her)nemen. Tevens wordt door de deelnemer zelf een stappenplan gemaakt met concrete stappen om in beweging te komen en weer (of meer) op eigen benen te gaan staan.

Wat het is en hoe het werkt voor de deelnemer

Het TALENTENSPEL is een ervaringsgerichte coaching methode waarmee je antwoord vindt op vragen als:
– Wie ben ik
– Wat kan ik
– Wat belemmert me en hoe kom ik daar doorheen
– Waar wil ik heen
– Welke stappen ga ik zetten

Het TALENTENSPEL wordt gespeeld als een spel maar is zeker geen spelletje. Het gaat over jou, je fratsen en patronen, over je binnenwereld, je verlangens, je plek in de wereld en over je ziel en je zaligheid. Het raakt je in je wezen en spiegelt je feilloos waar je vast zit en waar je aan vasthoudt. Het brengt je in contact met je diepste weten en je krachtigste bronnen.
Gaandeweg het spelen treedt er een verschuiving op van stap voor stap loslaten wat niet klopt. Naar beetje bij beetje toelaten wat wel waarachtig is voor jou.

Met het leren kennen van je talenten en erkennen van hun waarde stroomt er steeds meer innerlijke kracht je systeem binnen. Dan ontstaan er kleine en grote wonderen. En het grootste wonder is wel dat je JEZELF weer vindt, authentiek en stevig geworteld in je eigen grond. Dan sta je midden in je leven en groeit het vertrouwen in jouw unieke pad en het vertrouwen dat alles wat nodig is voor jou, in jou aanwezig is.
Je hoeft niet langer buiten jezelf te zoeken, omdat je je eigen kracht leert kennen en steviger op de troon komt te zitten in je eigen koninkrijk. Je krijgt de beschikking over al je talenten, precies die talenten die passen bij jouw levensmissie, die alleen jij kunt realiseren. Werkelijk verbonden zijn met jezelf is wat gelukkig maakt. Al het andere is uiteindelijk flauwekul.

Dit spel gaat over volwassen worden, opstaan, troep opruimen en vertrouwen opbouwen, in jezelf en jouw mogelijkheden en in het leven in al haar facetten.
Al met al is dit traject niet voor watjes, maar ook niet moeilijk. Het is een speelse methodiek waarin je niet meer hoeft te ‘doen’ dan je open te stellen voor de symbolische beelden vanuit je onderbewustzijn die jou liefdevol confronteren en weer in beweging brengen. Het is bijna als smelten, laagje voor laagje van je af voelen vallen wat je aan (valse) zelfbeelden hebt opgebouwd in de loop van je leven en stap voor stap te groeien in wie je bent en wat je te bieden hebt.

Praktisch voor de aanbieder

Een TALENT-EN-KRACHT traject bestaat uit 15 tot 20 uur feitelijke coaching plus overdrachts- en rapportagetijd.

Wanneer er belangstelling bestaat om met deze methodiek aan de slag te gaan binnen uw gemeente of organisatie kunt u voor meer informatie contact opnemen met Michèle Wattel van Bureau WonderWell via: info@wonderwell.nl of 06 107 85 962 | www.wonderwell.nl

Best practice: De omgekeerde toets ©

Maatwerk

Hoe levert u als professional in het sociaal domein maatwerk zonder willekeur? Het kan met de omgekeerde toets; een methodiek van Stimulansz die recht doet aan de Participatiewet, de Wmo 2015, de Wet schuldhulpverlening en de Jeugdwet. De toets is ook toepasbaar op wetten buiten het sociaal domein zoals de Onderwijswet en de Omgevingswet. Want het is een domeinoverstijgende aanpak voor integraal werken in de gemeente. De inwoners van uw gemeente krijgen hiermee een oplossing waarmee ze écht zijn geholpen.
Het principe van de omgekeerde toets is heel eenvoudig. Allereerst kijkt u naar wat nodig is. En of dat past binnen de grondwaarden van de diverse wetten. Daarbij weegt u de mogelijke effecten van een besluit in de volle breedte mee. Pas als dit helder is, komt de juridische toets. Hierbij zien we de wetsartikelen als instrumenten om de grondwaarden van de wetten te realiseren.
Zo is maatwerk mogelijk zonder dat het leidt tot willekeur. Het maakt het integraal werken in de gemeente veel makkelijker. Immers, de grondwaarden van de diverse wetten binnen het sociaal domein zijn gelijk. Het maatwerk is toetsbaar in bezwaar en beroep en voor de accountant. En volledig in lijn met de bedoeling van de wetgever.

Lees meer over de Omgekeerde Toets van Stimulansz op de website van Stimulansz.

Over Stimulansz

Stimulansz is kennis- en adviespartner van gemeenten en levert praktische oplossingen die écht werken. We vertalen de theorie van wet- en regelgeving naar de werkvloer, waarbij we laten zien dat er meer mogelijk is in de regelgeving dan vaak wordt gedacht. We adviseren en trainen beleidsmedewerkers, klantmanagers en andere professionals en doen dat met veel enthousiasme en betrokkenheid en vanuit een grote kennis van de praktijk. We helpen mee aan het verbeteren van de bedrijfsvoering via sturingsinformatie. Zo zit Stimulansz in het hart van alle werkprocessen met als doel de dienstverlening van gemeenten in het sociaal domein beter en daarmee het leven van mensen die afhankelijk zijn van die dienstverlening een stuk makkelijker te maken.

Maatschappelijke participatie van mensen met een psychische kwetsbaarheid

Hervormingsagenda

Met de decentralisaties hebben gemeenten er een verantwoordelijkheid bij gekregen, terwijl er grote uitdagingen voor ons liggen. Het aantal meldingen verward gedrag neemt toe. Het aantal dak- en thuislozen eveneens. Voor mensen met een kwetsbaarheid, in het bijzonder mensen met een psychische kwetsbaarheid, is marginalisatie een reëel gevaar. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, heeft de gemeente Zwolle met haar partners een Hervormingsagenda opgesteld, waarvan een van de sporen is het versterken van de sociale basis. De ambitie is dat sociale voorzieningen toegankelijk zijn voor iedere inwoner van Zwolle.

Marginalisatie

Marginalisatie is het tegendeel van participatie. Van Delden (2019) omschrijft marginalisatie als de afwezigheid van sociale relaties. Het is verleidelijk om marginalisatie te beschouwen als een individueel probleem dat op te lossen is met een persoonsgerichte interventie, bijvoorbeeld door een persoon simpelweg met nieuwe mensen in contact te brengen. Van Delden laat echter zien dat het verlies van sociale relaties een complex en dynamisch proces is dat werkt op de verschillende niveaus van het individu, zijn directe omgeving en de samenleving in bredere zin. Eenvoudige oplossingen zijn er niet.

Participatie

Participatie behelst dus het aangaan en onderhouden van betekenisvolle verbindingen. Dat heeft de vorm van sociale activiteit: vrienden bezoeken, vrijwilligerswerk verrichten, burenhulp verlenen. Participatie en sociale activering gaan hand in hand. Het is jammer dat “activeren” in het Nederlands een overgankelijk werkwoord is, want het suggereert dat de persoon geactiveerd wordt, terwijl het juist iets is dat hij of zij zelf doet.

Maatschappelijke participatie

Maatschappelijke participatie brengt voor mensen met een psychische kwetsbaarheid hun eigen problemen mee. Vanwege de aandoening zal er sprake zijn van functieverlies. Tevens spelen vooroordelen en stigma een rol, wat uitsluiting veroorzaakt. De combinatie van functieverlies en stigma leidt vrijwel altijd tot schaamte, waardoor de persoon geneigd zal zijn zich terug te trekken. Mensen verliezen hun sociaal netwerk, maatschappelijke rollen, zelfvertrouwen en toekomstperspectief. Het vergt een lange periode van herstel om dit verlies ongedaan te maken.

Herstel

De bekendste omschrijving van herstel is gegeven door Anthony (1993). Via de cliëntenbeweging heeft het zich over de wereld verspreid, enerzijds als reactie op de beperkingen van het dominante medische model, anderzijds uit onvrede over de marginale positie van mensen met een psychische kwetsbaarheid. De herstelbeweging is tevens een emancipatiebeweging. Herstel is niet hetzelfde als genezing, en het gaat niet over het behandelen van een aandoening maar over het hebben van een vervullend leven ondanks de aandoening:

“Herstel is een uniek en ten diepste persoonlijk proces waarin iemand zijn houding, waarden, gevoelens, doelen, vaardigheden en rollen verandert. Herstel is een manier om een bevredigend, hoopvol leven te leiden, met een zinvolle bijdrage aan de gemeenschap, ondanks de beperkingen van de aandoening. Herstel heeft te maken met het ontstaan van een nieuwe betekenis en zin in het leven, terwijl men over de rampzalige gevolgen van een psychiatrische aandoening heen groeit.”

Omdat herstel zo’n uniek en persoonlijk proces is, laat het zich niet protocoliseren. Er is geen methodiek voor. Niettemin is het mogelijk herstel te faciliteren, wat we bij Focus trachten te doen. Focus biedt mensen een vrije ruimte waar ze geaccepteerd worden zoals ze zijn, zich deel kunnen voelen van een gemeenschap, aangesproken worden op hun talenten en ambities, zich kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving en succeservaringen opdoen.

Onze kernwaarden

Onze kernwaarden zijn ervaringsdeskundigheid, gelijkwaardigheid en wederkerigheid. We creëren een sociale omgeving waaraan iedere deelnemer naar vermogen bijdraagt. Hierin onderscheiden we ons van de hulpverlening, die zich kenmerkt door een een-op-eenrelatie tussen hulpverlener en cliënt die per definitie niet gelijkwaardig is. Uiteraard heeft deze sociale omgeving wel verbinding met de buitenwereld. Naast mensen met een psychische kwetsbaarheid zijn er mensen met een vluchtelingenachtergrond, jongeren die een taakstraf uitvoeren en wijkbewoners die het gewoon fijn vinden om aan onze activiteiten mee te doen. De meeste deelnemers stromen na een of twee jaar door naar een opleiding, een baan of regulier vrijwilligerswerk. Daarnaast trekken onze ervaringsdeskundigen eropuit om door middel van training en voorlichting de maatschappij gastvrijer te maken voor mensen uit de doelgroep.

Maatschappelijke participatie vraagt een inspanning van de persoon zelf, maar ook een aanpassing van de omgeving. Gemeenten zullen hierop in moeten spelen, enerzijds door herstel te faciliteren en anderzijds door de samenleving te ondersteunen in het omgaan met mensen met een psychische kwetsbaarheid. Herstelinitiatieven en ervaringsdeskundigen leveren daaraan een waardevolle bijdrage.

Literatuur

Anthony, W.A. (1993). Recovery from mental illness: The guiding vision of the mental health service system in the 1990s. Psychosocial Rehabilitation Journal, 16(4), 11-23.
Delden, P. van (2019). Marginalisatie: Meedoen in een complexe samenleving. Alkmaar: Uitgeverij van Gennep.

Over de auteur

Roel Suidgeest (1970) is directeur van Stichting Focus te Zwolle. Hij werkt sinds 2006 in de cliëntenbeweging, onder andere als projectmedewerker, onderzoeksleider en beleidsmedewerker.

Over Stichting Focus

Focus is in 1995 begonnen als inloop- en informatiecentrum van en voor mensen uit de psychiatrie. In de loop der tijd heeft het zich ontwikkeld tot een breed zelfregie- en herstelinitiatief van mensen met en zonder psychische kwetsbaarheid. Focus heeft onder andere een kunstatelier, een textielatelier, een lifestyle-winkel en een plantenasiel, en biedt advies, voorlichting en training aan cliënten, naasten, hulpverleners en beleidsmakers. Zie focuszwolle.nl.

Activerend Werk

In de regio Arnhem wordt de werkwijze Activerend Werk ingezet om inwoners vanaf 16 jaar te ondersteunen bij het participeren in de samenleving. Het gaat dan bijvoorbeeld om inwoners die niet zelfstandig vrijwilligerswerk kunnen uitvoeren. Activerend Werk wordt als traject bij een werkgever ingezet door wijkcoaches van de gemeente.

Doel van Activerend Werk

Het doel van Activerend Werk is dat inwoners naar vermogen blijvend een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Dit doen we door het ondersteunen en stimuleren van de inwoner om het maximale uit zichzelf te halen. Mogelijke uitkomsten van een traject zijn een toename van zelfredzaamheid en/of tevredenheid van de inwoner, een afname van de ondersteuningsbehoefte (minder zorgkosten) en stijging van de arbeidsmogelijkheden.

Een inwoner kan zichzelf voor Activerend Werk aanmelden via de website, een werkgever, een wijkcoach of via een ander persoon. Samen wordt gekeken of Activerend Werk een passend traject kan zijn voor de inwoner. Als de inwoner nog niet precies weer wat hij wil of kan, onderzoekt hij dit samen met een consulent van het Centrum Activerend Werk. Vervolgens wordt er een traject bij een werkgever gestart. Dit ontwikkeltraject of stabiel traject wordt ingezet door de wijkcoach.

Centrum Activerend Werk (CAW)

Het Centrum Activerend Werk (CAW) is een coöperatie van Driestroom, Siza, Scalabor en RIBW. Alle inwoners vanaf 16 jaar kunnen hier de oriëntatiefase doorlopen (algemene voorziening). Daarnaast stimuleert het CAW de samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en zorg. Hierdoor kan de aanwezige kennis en expertise worden gebundeld. Bovendien kunnen werkplekken onderling worden gekoppeld tot leer/werkketens. Doordat Activerend Werk een database beheert met beschikbare plekken is het mogelijk het gezamenlijke werkaanbod in de regio effectief te ontsluiten.

Meer weten over deze aanpak en wat dit voor jouw gemeente kan betekenen?

https://arnhem.activerendwerk.nl/
info@activerendwerk.nl
06-82674020

Sociale recherche

Wanneer de uitkeringsconsulent het vermoeden heeft van uitkeringsfraude, kan deze de sociale recherche inschakelen voor een onderzoek. Dit vermoeden moet wel ergens op gebaseerd zijn. Een consulent heeft dan een melding gekregen of zelf tijdens een huisbezoek of administratieve controle ongeregeldheden waargenomen. Van uitkeringsfraude is sprake wanneer de uitkeringsgerechtigde zwart bijverdient, inkomsten uit werk niet aan de gemeente doorgeeft, samenwoont en dit niet meldt of vermogen verzwijgt. De Sociale Recherche wordt ook ingezet bij zorgfraude. Hier kan het bijvoorbeeld gaan om fraude met persoonsgebonden budget (PGB).

Wat mag de sociale recherche?

Sociale rechercheurs zijn vaak binnen gemeenten gehuisvest. Hierdoor is het lijntje met de inkomensconsulenten kort. De Sociale Recherche mag verder onderzoek doen dan een consulent dat mag. Zo kan de Sociale Rechercheur wettelijke opsporingsmethoden inzetten zoals het horen van getuigen en het instellen van een buurtonderzoek. Zij hoeft de persoon die wordt onderzocht hiervan niet op de hoogte te stellen.

In bepaalde gevallen kan de Sociale Recherche een proces-verbaal opmaken voor een strafrechtelijk onderzoek. De officier van justitie bepaalt of de fraudepleger wordt vervolgd. De gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek zijn zwaarder dan bij een regulier onderzoek. De fraudepleger moet de onterecht verkregen uitkering terugbetalen en loopt daarnaast kans op een hoge boete of gevangenisstraf.

Bronnen:

Stichting Landelijk Contact Sociaal Rechercheurs. (2020). Sociale Recherche [Home]. Geraadpleegd op https://socialerecherche.nl/

Handhaving

Handhaving is onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid van gemeenten. Het is een middel om randvoorwaarden te creëren, toezicht te houden op naleving van de regels en zo nodig deze naleving af te dwingen. Binnen gemeenten gaat het om fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Het beleid kan zowel in fysieke domein als het sociaal domein worden belegd.

Wat houdt handhaving in

Handhaving bestaat onder andere uit ‘toezicht op de naleving van voorschriften’. Bij toezicht wordt nagegaan of iemand zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt. Dit is niet hetzelfde als controleren of aan bepaalde wettelijke voorwaarden wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld op grond van de Participatiewet. Toezicht is de eerste schakel in het handhavingsproces. Dit kan ook uit preventie bestaan. Door informatie te geven over regels, kan overtreding hiervan worden voorkomen. Vinden dan toch overtredingen plaats dan zijn er verschillende instrumenten om de overtreders sancties op te leggen. Een voorbeeld hiervan is een bestuurlijke boete.

Een ander onderdeel van handhaving is opsporing. Bij een (redelijke vermoeden van) een strafbaar feit wordt onderzoek gedaan om de overtreders te kunnen vervolgen. De opsporing gebeurt onder de leiding van de officier van justitie. Hoewel toezichthouders soms ook opsporingsbevoegdheid hebben, is het van belang deze twee processen van elkaar te scheiden. Je wilt de van de verdachte of betrokkene beschermen. Ook kan anders de verhouding tot het OM in gedrang komen.

Samenwerking

Voor effectieve en integrale handhaving is het gezamenlijk ontwikkelen van beleid met interne en externe partners van groot belang. Handhaving gaat namelijk verder dan de grenzen van de gemeentelijke organisatie. In plaats van voor elk onderdeel apart beleid te schrijven, worden de beleidsterreinen op elkaar afgestemd in een integraal handhavingsbeleid. Hierin wordt ook de samenwerking met externe partijen beschreven. Samenwerken met partners heeft als voordelen dat de resultaten die behaald worden beter zijn. Bovendien is de slagkracht groter en zijn er meer mogelijkheden om in te grijpen. Tot slot biedt samenwerking tussen partners de kans om meer klantgericht te werken. Denk bijvoorbeeld aan afstemming van controle momenten.

Met welke partijen werken gemeenten samen op het gebied van handhaving? Denk hierbij aan andere overheden, Omgevingsdiensten, politie, brandweer, UWV, OM, Inspectie SZW, Inspectie Leefomgeving en Transport, IND, Belastingdienst/FIOD, Douane en waterschappen. Maar ook: woningcorporaties, GGD, Veiligheidsregio’s, Inspectie voor de Gezondheidszorg, welzijn en natuurlijk de inwoner zelf.

Handhavingsbeleid

Met een handhavingsbeleid zorgen gemeenten voor een leidraad voor de aanpak van overtredingen. Een gemeente geeft hierin een prioritering aan voor die aanpak. Zij beschikken namelijk niet over oneindige middelen voor handhaving en toezicht. De keuzes die gemaakt worden, hebben betrekking op wanneer, hoe en met welke instrumenten zal worden gehandhaafd. Bestuursorganen zijn verplicht om ‘adequaat’ toezicht te houden. Zij zijn echter niet verplicht handhavend op te treden bij geconstateerde overtredingen. Er kan ook gekozen worden voor (tijdelijk) gedogen. Handhavingsbeleid draagt bij aan duidelijkheid naar inwoners toe. Zij weten wat zij bij een overtreding kunnen verwachten. Hierdoor kan het beleid ook preventief werken. De gevolgen kennen van bepaalde overtredingen, kunnen inwoners weerhouden deze te begaan. Voor de gemeente zelf zorgt een handhavingsbeleid voor een houvast bij de afwegingen die moeten worden gemaakt. Handhaving is soms (tijdelijk) niet altijd mogelijk. Daarom is het verstandig in het handhavingsbeleid vast te leggen welke zaken eerst worden opgepakt. Dit betekent natuurlijk niet dat de andere zaken blijven liggen; het gaat om een prioritering. Die prioritering wordt onder andere gemaakt op basis van veiligheid, risico’s voor inwoners en de volksgezondheid.

Draagvlak

Omdat er met zoveel partijen wordt samengewerkt en omdat het beleid invloed heeft op de samenwerking met inwoners, is het belangrijk draagvlak te creëren voor het handhavingsbeleid. Er is op zijn minst begrip nodig van alle betrokken partijen voor de keuzes die worden gemaakt. Dit begint met zorgen voor bestuurlijk en ambtelijk draagvlak. Hiervoor is een goed samenspel tussen ambtenaren en bestuurders essentieel. Tijdens het opstellen van handhavingsbeleid worden alle betrokken bestuurders en ambtenaren meegenomen. Dit houdt in dat zij met elkaar in gesprek gaan over de deelonderwerpen en samen haalbare en meetbare doelstellingen formuleren. Verder moet duidelijk zijn wie wanneer verantwoordelijk is. Dit vraagt dus een integrale blik gezien veiligheid en handhaving zowel onderdeel is van het fysieke domein als het sociaal domein.

Naast interne commitment is het van belang te zorgen voor maatschappelijk draagvlak. Voorwaardelijk is het op tijd en juist te communiceren over het ontwikkelde beleid. Door hierin open en helder op te treden voorkomt een gemeente dat er onduidelijkheid over het onderwerp bestaat. Daarbij is het van belang met inwoners in gesprek te gaan over de uitgangspunten. Inwoners die van te voren weten waar ze aan toe zijn, zullen minder moeite hebben met het accepteren van het bepaalde beleid. Dit is meteen de reden waarom een handhavingsbeleid noodzakelijk is. Hoe kan een gemeente anders aan inwoners uitleggen waarom in het ene geval wel en in het andere geval niet handhavend wordt opgetreden.

Bronnen:

VNG (2019). Handhaving door en voor gemeenten. Een juridische handleiding voor de gemeentelijke praktijk. Opgevraagd van https://vng.nl/sites/default/files/2019-11/handhaving-door_20191017.pdf

Meer weten over handhaving:

https://www.divosa.nl/onderwerpen/naleving-en-handhaving

Arbeidsmatige dagbesteding

Arbeidsmatige dagbesteding

Dagbesteding kan een manier zijn voor mensen om terug te keren naar (betaald) werk; dit noemen we arbeidsmatige dagbesteding. De arbeidsmatige dagbesteding biedt op dit moment werk aan ongeveer 50.000 mensen met een somatische, psychogeriatrische, psychiatrische, verstandelijke of zintuiglijke beperking. De activiteiten dragen bij aan structuur, arbeidsritme en (sociale) zelfredzaamheid en helpen kwetsbare mensen, waar mogelijk, in te stromen op de arbeidsmarkt.

Wmo-indicatie

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft aan dat arbeidsmatige dagbesteding bedoeld is voor mensen die veel begeleiding nodig hebben bij het werk. Inwoners die dit betreft kunnen een beroep doen op ondersteuning. Mensen met lichte of matige beperkingen vragen een Wmo-indicatie aan. Voor mensen met ernstige beperkingen is (arbeidsmatige) dagbesteding onderdeel van de Wlz-zorg.

Het doel van arbeidsmatige dagbesteding is om mensen zoveel mogelijk mee te laten doen in de samenleving. Het gaat om werk met veel begeleiding in bijvoorbeeld de groenvoorziening, in een kantine of zorgboerderij. Arbeidsmatige dagbesteding biedt structuur en invulling van de dag. Het kan ook een manier zijn om de kans op een reguliere baan te vergroten.

Uitvoering Wmo en Participatiewet

Sinds 2015 zijn gemeenten zowel verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo als de Participatiewet. Binnen de Participatiewet valt onder andere de groep mensen die in aanmerking komt voor beschut werk. Onder de Wmo valt de arbeidsmatige dagbesteding, waarmee het beschut werk veel overeenkomsten vertoont. Je zou kunnen zeggen dat mensen die aan de ‘onderkant’ van beschut werk werkzaam zijn, werk uitvoeren die vergelijkbaar is met de ‘bovenkant’ van arbeidsmatige dagbesteding.

Door deze scheiding en door de veelheid aan soorten dagbesteding met verschillende regels is doorstroom en uitstroom complex. Dit heeft onder andere te maken met de verschillende regelingen met ieder eigen toetsingscriteria, de diverse financieringsstromen en de vele aanbieders die de regelingen uitvoeren. Om gemeenten op weg te helpen doet Movisie onderzoek naar Simpel Switchen – een manier om doorstroom makkelijker te maken en om belemmeringen aan te pakken (Movisie, 2020).

Bronnen:

Movisie. (2020). Arbeidsmatige dagbesteding [databank]. Geraadpleegd op https://www.movisie.nl/arbeidsmatige-dagbesteding

Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport. (2020). Hulp bij werk vinden [databank]. Geraadpleegd op https://www.informatielangdurigezorg.nl/onderwerpen/h/hulp-bij-werk-vinden/werk-als-dagbesteding

Meer weten over arbeidsmatige dagbesteding:

Dagbesteding: zinvol meedoen in de samenleving | UWV Perspectief

Simpel switchen

Dagbesteding

Sinds de decentralisaties in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de dagbesteding. Dagbesteding beslaat een breed aanbod voor veel verschillende doelgroepen. Ook vallen de diverse vormen van dagbesteding onder verschillende wettelijke kaders: Wmo, Wlz en Participatiewet.

Was het vroeger nog gebruikelijk dat inwoners die gebruik maakten van dagbesteding daar bleven zolang het hen paste, nu is steeds meer aandacht voor de groeimogelijkheden van de deelnemers. Dit zien we onder andere terug in de groter wordende verbinding tussen Wmo en Participatiewet. Het onderzoek ‘Simpel Switchen op de kaart’ geeft aan dat voor een aanzienlijk deel van de mensen in dagbesteding kansen worden gezien om door te stromen naar vormen van werk (Movisie, 2020). Niet zo vreemd daarom dat gemeenten steeds vaker van aanbieders vragen aandacht te hebben voor deze doorstroom. Mensen die uit dagbesteding doorstromen doen dit naar een andere vorm van dagbesteding, vrijwilligerswerk, beschut werken, werk in het kader van de banenafspraak of regulier werk.

Switchen

Het ‘switchen’ van dagbesteding naar bijvoorbeeld werk of vrijwilligerswerk wordt door deelnemers vaak als belemmerend ervaren. Zo gaan mensen er financieel niet op vooruit of zelfs achteruit. Ook zijn mensen bang dat als het tegenzit en ze ‘terugvallen’ ze niet meer beroep kunnen doen op hun oude uitkering of de ondersteuning die ze kregen. Tegelijk lopen de uitvoerders tegen de complexiteit van regels aan en is er bij gemeenten en aanbieders weinig zicht op de ontwikkelingen van deelnemers.

Movisie (2020) onderscheidt de volgende potentiële belemmerende factoren in de wet- en regelgeving, uitvoering en praktijk:

  1. Het systeem van wet- en regelgeving is (impliciet) te zeer op een lineair proces gericht met betaald werk als hoogste stap;
  2. Het systeem is dermate ingewikkeld dat de mogelijkheden die het biedt niet ten volle benut worden;
  3. De financieringssystematiek prikkelt uitvoerders – onbedoeld- tot het geven van prioriteit aan degenen die op korte termijn het meest kansrijk op de arbeidsmarkt zijn, een groep waartoe deelnemers aan dagbesteding in de regel niet gerekend worden;
  4. Er is in de indicatiestelling voor dagbesteding weinig aandacht voor een mogelijke ontwikkeling richting vormen van werk;
  5. Als gevolg van de financieringswijze zijn aanbieders van dagbesteding mogelijk terughoudend om deelnemers te ondersteunen en stimuleren om over te stappen naar andere vormen van werk;
  6. De organisatorische en financiële schotten in de gemeentelijke organisatie;
  7. Beperkingen inherent aan het gemeentelijk beleid en de organisatie;
  8. Op diverse niveaus – aanbieders, gemeenten en uitvoerders van regelingen – is te weinig oog voor de ontwikkeling van deelnemers en hun mogelijkheden om stappen op het gebied van werk te zetten;
  9. Deelnemers aan dagbesteding kunnen, om allerlei (geanticipeerde) ervaringen en denkbeelden, afzien van een stap naar ander werk;
  10. De ‘routes’ van deelnemers aan dagbesteding worden niet of nauwelijks gemonitord. (Movisie, 2020, p. 90-95)

Movisie (2020)

Simpel Switchen moet de doorstroom van dagbesteding naar werk vergemakkelijken. Movisie (2020) doet vijf aanbevelingen aan gemeenten om de overgang tussen dagbesteding en werk te verbeteren:

  1. Stel ontwikkeling van mensen centraal en begin bij hun wensen en mogelijkheden;
  2. Maak de vraag wat de best passende plek is voor mensen leidraad in het uitvoeringsproces; expliciteer en faciliteer de routes die mogelijk zijn;
  3. Maak de wet- en regelgeving inzichtelijk en toepasbaar vanuit de verschillende wettelijke kaders (Wmo, Wlz en Participatiewet). B. Zorg dat partijen (verschillende afdelingen binnen gemeenten en UWV) toegang hebben tot dezelfde regelingen, instrumenten en financiële middelen
  4. Maak samenwerkingsafspraken met aanbieders, gericht op het optimaliseren van de mogelijkheden tot ontwikkeling van deelnemers, waar een periodieke evaluatie onderdeel van uitmaakt;
  5. Stimuleer werkgevers optimaal om (beschutte) werkplekken te realiseren, ook voor deze doelgroep. (Movisie, 2020, p. 97-101)

Lees hier het hele rapport ‘Simpel Switchen op de kaart’: rapport-simpel-switchen-op-de-kaart.pdf