Hanneke Poelmans

Fotografie: Bianca Toeps

“Ik bel je zo!”

Het is een uitspraak die op een gemiddeld kantoor gedachteloos tientallen keren per week voorbijkomt, als het niet meer is (zeker op grote kantoren met honderden werknemers). Ook ik hoor het vaak. Varianten ervan zijn: ‘Momentje’, ‘Daar kom ik straks even op terug’, ‘Even wachten hoor’ of ‘Daar ga ik naar kijken!’ Allemaal beloften die niet concreet worden gemaakt.

Voor mij als autist zijn zulke uitspraken zenuwslopend. Als iemand zegt dat hij ‘zo’ belt, verwacht ik dat dat binnen 5 minuten zal zijn. Ik kan me op niks anders concentreren tot diegene heeft gebeld. Er is een luikje open in mijn hoofd, en ik kan geen andere taak aanvangen voordat het luikje weer dicht is.

Sowieso ben ik geen fan van telefoontjes – zeker niet van onverwachte. Daarin sta ik niet alleen, want veel mensen (met name jongere generaties) kampen met belangst. Ik ben dan ook dolblij met Whatsapp, Messenger en andere kanalen waar je op je eigen moment en op afstand kunt communiceren. Voor mij zit het hem niet zozeer in het feit dat ik sociaal contact eng vind. Ik ben verbaal juist erg sterk, ook in spontane situaties, maar ik houd er gewoon niet van als ik niet weet waar ik aan toe ben. Ik word uit mijn concentratie gehaald als ik word gebeld, en raak mezelf vaak kwijt tijdens een gesprek. Als een potentiële opdrachtgever enthousiast belt over een klus ga ik helemaal op in diens enthousiasme en begrijp ik de vraag ook helemaal (de fabel dat autisten geen empathie zouden hebben gaat dus echt niet op, blijkt ook maar weer uit dit voorbeeld). Ik zeg dan al gauw ‘ja’, terwijl ik later bedenk dat het eigenlijk niet goed uitkomt, dat ik geen tijd heb of dat het onderwerp me niet echt ligt. Liever heb ik dat iemand van tevoren even appt of mailt of hij me kan bellen, en dan graag ook met de reden waarover. Niks zo vervelend als iemand die vraagt ‘kan ik je even bellen?’ zonder de context te geven.

Wat kun je hier nou aan doen? Ik verwacht echt niet dat iedereen uit zichzelf weet hoe dit werkt en waar mensen met autisme (of andere neurodivergente mensen) behoefte aan hebben. Ik weet ook niet uit mijn hoofd van alle aandoeningen of beperkingen hoe ik daarmee om moet gaan. Dus jezelf uitspreken als autist is belangrijk. Ook heel eng, zeker als je je niet hebt uitgelaten over je autisme. Dat hoeft ook niet. Je kunt het algemeen houden door te zeggen ‘ik vind het fijn om duidelijk te weten wanneer ik een telefoontje kan verwachten’. Iedereen heeft immers zijn communicatievoorkeuren. Die ene collega belt om de haverklap, de ander mailt altijd en de derde komt het liefst even langs bij je bureau.

Fotografie: Bianca Toeps

Het is fijn als we realiseren dat iedereen een andere voorkeur heeft. Vaak zeggen mensen als ze me bellen: “Ja, ik bel je even, want dat praat een stuk makkelijker”. Eh, voor jou, denk ik dan. Dat geldt niet voor mij. Het is op zich best invasief als je zomaar, ongevraagd in iemands space komt en om de haverklap belt. En invult voor een ander wat het beste werkt. Dat valt me vaker op, zonder al te activistisch te willen zijn, maar soms heb ik het idee dat neurodivergente mensen invoelender zijn dan neurotypische mensen. Gechargeerd gezegd neemt die laatste groep vaker zichzelf als maatstaf (terwijl dat ons als autisten vaak wordt verweten!). Omdat dat nu eenmaal ‘de norm’ is, of vaker voorkomt. Maar ze realiseren zich niet dat wat voor hen fijn werkt voor anderen helemaal niet zo hoeft te zijn. Neurodivergente mensen begrijpen vaak veel beter dat iedereen andere voorkeuren heeft, en houden daar ook eerder rekening mee.

Ik vond het dan ook cool om te zien dat een zzp’er waar ik ooit mee in contact kwam gewoon op haar website heeft staan dat ze liever niet gebeld wil worden. Heel luchtig en ludiek verwoord. Ze neemt daarbij zelf de regie, laat weten wat haar voorkeur is, en houdt anderen tegelijk ook een spiegel voor dat bellen niet voor iedereen even vanzelfsprekend is.

Ben ik dan zelf heilig? Eh, nee. Mijn zoon verwijt mij regelmatig dat ik niet duidelijk ben. Op zijn vraag wanneer ik klaar ben met werken zeg ik dan vaak ‘zo’, of ‘even wachten’. Tja. Voor de hoofdprijs consequent zijn moet je mij dus niet bellen…