“Buikpijn”
Een uur voor het zover was, kreeg ik al buikpijn. Of vaak al eerder zelfs. Soms al zodra ik ’s ochtends uit bed stapte.
Ik was 24 en net begonnen aan mijn eerste echte baan. Op een kantoor. Met een grote ontvangsthal met net geklede receptionisten en beveiligers. Met indrukwekkende toegangspoortjes waar je met een pasje doorheen moest. Alles was overweldigend, maar het meest zag ik op tegen dat ene moment. De lunch.
Ik was afgestudeerd met prachtige cijfers, had nog nooit een onvoldoende gehaald. Leren, dat kon ik wel. Met een geheugen als een olifant, ontembare nieuwsgierigheid, een flinke dosis bevlogenheid, maatschappelijke betrokkenheid en politieke interesse was ik er klaar voor om het werkende leven in te gaan en alles wat ik tijdens mijn studie had geleerd in praktijk te brengen.
Maar nergens had ik geleerd hoe de sociale codes werkten tussen mensen. Ik had toen nog geen weet van mijn autisme en mijn familie ook niet, dus niemand had me voorbereid op de dingen die voor de meeste mensen blijkbaar vanzelf gaan. Ik keek op tegen de lunch, omdat het elke dag anders was. De samenstelling van collega’s, het tijdstip, de locatie. Ik werkte op een grote afdeling met 40 mensen en iedereen had zo zijn eigen lunchgewoontes. Ik kon in principe kiezen wat ik wilde: met het ene groepje mijn zelfgesmeerde brood opeten op de afdeling, met het andere groepje naar het bedrijfsrestaurant, of met weer een ander groepje een gezonde lunchwalk in het park houden.
Mijn probleem: ik had geen idee wat ik moest doen. Alle verschillende keuze-opties gaven een error in mijn hoofd. Bij wie zou ik aansluiten? Wat zouden de anderen er dan van vinden? Wat ik zelf wilde, kwam niet eens in me op. Ik moest overleven. Elke dag was er weer hetzelfde verlammende moment met honderden keuzes. Want zo werkt dat in mijn hoofd. Het is niet zo dat ik één keer een keuze kon maken en daaraan kon vasthouden. Dat zat er gewoon niet in. De theorie van het voorspellende brein van pedagoog en autismedeskundige Peter Vemeulen legt dat mooi uit. Voor neurotypische breinen zijn veel dingen een automatisme, hun brein is voorspellend en kan eerdere ervaringen gebruiken om snel situaties te begrijpen. Zij kunnen als het ware scripts inzetten. Voor een autistisch brein werkt dat anders: het voorspellend vermogen is minder automatisch, waardoor elke situatie weer als nieuw voelt. Dus elke keer zijn er weer al die vertakkingen in je hoofd van mogelijkheden en keuzes.
Niet alleen de keuze waar ik zou gaan eten, was lastig. Ook de vele prikkels tijdens het eten. Als ik in het grote bedrijfsrestaurant ging eten waren daar de vele geuren en vooral geluiden (van honderden mensen in een grote ruimte) die me compleet sloopten. Maar het ergste waren nog de gesprekken. Het ogenschijnlijke gemak waarmee iedereen er maar op los kakelde! Over koken, huizen, auto’s, muziek. Over politiek kon ik wel meepraten, dat vond ik de leukste momenten, maar met de rest wist ik me geen raad.
Inmiddels weet ik dat ik de lunch hard nodig heb om bij te tanken. En dat ik het liefst in stilte eet, zonder te hoeven praten of anderen om me heen te hebben. Waar veel mensen opladen van sociaal contact en veel gepraat, is dat voor mij juist een energieslurper. Ook ben ik nu beter in vooraf een keuze maken, en vind ik het minder erg om mensen teleur te stellen. Ook de leeftijd en ervaring doen wonderen. Ik ben gelukkig niet meer zo onzeker als toen ik 24 was. En ook weet ik nu dat het nogal uitmaakt wie je gezelschap is. Soms kun je het gewoon minder treffen. Is er geen klik.
Op mijn huidige werkplek ervaar ik vaak nog steeds onrust over hoe laat ik ga eten, en met wie. Want ook hier verschilt de samenstelling per dag en heeft iedereen zijn eigen voorkeuren. Maar nu maak ik vooraf al een keuze wat ik ga eten, en waar. Wie daar dan bij aansluit, zie ik dan wel. En gelukkig zijn de gesprekken meestal niet saai. Het gaat bijna altijd over politiek, in Nederland en de wereld. En daar weet ik toevallig wel wat van en vind ik leuk om over te praten. Soms vallen dingen ineens op alle fronten op hun plek.
Tegenwoordig heb ik nog maar zelden buikpijn als ik opsta. Maar een uur voor lunchtijd… ja, dan voel ik mijn buik vaak wel. Knorren. Van de honger.