Inclusieve arbeidsmarkt
Ik zeg het maar gewoon eens kort door de bocht. We hebben de mond vol van de inclusieve arbeidsmarkt. Met zijn allen, commercieel of niet, zijn wij hier heel druk mee. Want natuurlijk gunnen we iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt een baan. Sterker nog, we vinden het belangrijk dat iedereen participeert, het liefst via werk. Dat komt omdat we waarde hechten aan een wederkerige samenleving. Voor wat, hoort wat. Maar hoeveel geven wij hier zelf voor terug? Geldt wederkerig alleen wanneer je in een afhankelijkheidssituatie leeft?
Ik werk inmiddels tien jaar met de thema’s armoede en inclusie. Die twee hebben best veel met elkaar gemeen. De doelgroepen die het betreft kunnen niet altijd optimaal deelnemen aan de samenleving. Mensen die te maken hebben met armoede of een beperking zijn vaak afhankelijk van anderen. Om een uitkering, voor het krijgen van zorg, omdat zij gebruik maken van een regeling om wel mee te kunnen doen. Die afhankelijkheid zit niet alleen in het nodig hebben van ondersteuning op het gebied van financiën, gezondheid en/of welzijn. Het zit ook in de vraag om wederkerigheid; de samenleving wil iets terug. Nu zeg ik niet dat dit een slechte zaak is, in principe. Want in dat ‘iets terugdoen’ zit de sleutel voor inclusie. Wij zijn allemaal verbonden in onze samenleving en we moeten het dus ook samen doen. Niet omdat dat eerlijk is, maar omdat dat is hoe de wereld werkt: geven en nemen, bewegen in samenhang met elkaar. Mijn probleem met wederkerigheid echter is wanneer het gebruikt wordt om de rekening te vereffenen.
Inclusie
Meedoen aan de samenleving is een recht. Inclusie zou een gegeven moeten zijn. Dat er mensen buiten dat recht vallen, is ons gezamenlijk probleem. Wij mogen ons allemaal hard maken voor dat recht van de ander. Het is immers ook ons recht. Toch zijn er mensen in een afhankelijkheidssituatie die dat recht moeten verdienen. Zo heb ik als werkende de vrijheid om zelf te bepalen hoe ik teruggeef aan de samenleving. Iemand die hulp nodig heeft vaak niet. Vanuit de overheid gedacht, snap ik het: we hebben regels en kaders nodig om de dienstverlening aan inwoners in banen te leiden. Vanuit de wederkerige samenleving gedacht zouden kaders ruimte moeten bieden. Ruimte aan inwoners om mee te doen. Ruimte aan de rest van de samenleving om hieraan bij te dragen. Want inclusie is ons gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Inzetten voor een inclusieve arbeidsmarkt
Wanneer wij ons inzetten voor een inclusieve arbeidsmarkt, doen we dat niet alleen voor die inwoner met afstand tot de arbeidsmarkt. Wij doen dat voor de hele samenleving en dus ook voor onszelf. Vanuit dit uitgangspunt mogen we ook breder naar het begrip wederkerigheid kijken. Het gaat niet om een mens met een beperking die haar recht op participatie verdient. Het gaat niet om als bedrijf aan een inkoopverplichting te voldoen (SROI). Als gelijkwaardige leden van onze samenleving dragen wij hieraan bij vanuit onze eigen talenten, mogelijkheden en unieke zijn. Soms komen die talenten en mogelijkheden samen; bijvoorbeeld doordat een bedrijf iemand aanneemt die op de uitgezette vacature past. En dat die werknemer dan toevallig een beperking heeft of iets ouder is, en dat die werkgever dan toevallig heel inclusief bezig is, dat is mooi meegenomen. Uiteindelijk doen we niet anders dan samenleven en samen doen. En dat is altíjd wederkerig.